buikspieroefening
Uiterlijk
- buik·spier·oe·fe·ning
- samenstelling van buikspier zn en oefening zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buikspieroefening | buikspieroefeningen |
verkleinwoord | buikspieroefeningetje | buikspieroefeningetjes |
de buikspieroefening v
- (sport) fitnessoefeningen waarbij men vooral de buikspieren aanspant
- ▸ 5.30 uur, oefeningen doen: "Ik zet nooit een wekker, ik word altijd vroeg wakker. Op mijn hotelkamer ga ik direct oefeningen doen. Deze editie wil ik minimaal tien minuten per dag planken (buikspieroefening waarbij het lichaam met de armen naast de romp van de grond gehouden wordt, red.). Dinsdag heb ik zelfs 21 minuten gehaald. Daarvan heb ik er 11 in mijn kantoor in Ahoy gedaan."[1]
- Het woord buikspieroefening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Daan Floor“Krajicek daagt zichzelf uit in leeg Ahoy: buikspieroefeningen op kantoor” (Zondag 7 maart 2021, 10:07), NOS