buffert
Uiterlijk
- buf·fert
vervoeging van |
---|
bufferen |
buffert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bufferen
- Jij buffert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bufferen
- Hij buffert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bufferen
- Buffert!
- Het woord buffert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.