[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

aspicere

Uit WikiWoordenboek
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
aspicere aspicĭō aspexī aspectum
vijfde vervoeging volledig
  • samenstelling van ad (naar) en specere (kijken)

aspicĕre

  1. kijken naar, aankijken;
  2. aanschouwen