aggregaat
Uiterlijk
- ag·gre·gaat
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘samenstel van werktuigen’ voor het eerst aangetroffen in 1937 [1]
- afgeleid van aggregeren met het achtervoegsel -aat [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aggregaat | aggregaten |
verkleinwoord | - | - |
het aggregaat o
- (scheikunde) vereniging van niet-scheikundig verbonden stoffen tot een geheel
- Een aggregaat van moleculen.
- (geologie) poreus geheel van samengekitte deeltjes
- (bouwkunde) toeslagstof bij de betonbereiding
- (techniek), (elektrotechniek) samenstel van bij elkaar horende werktuigen, vooral een motor en een mobiele generator voor de opwekking van elektriciteit als er geen rechtstreekse aansluiting op het lichtnet voorhanden is
- Een aggregaat is eigenlijk een grote dynamo.
- Een aggregaat voor de camper of caravan.
- (onderwijs) universitaire studierichting die voorbereidt op de graad van geaggregeerde voor het secundair of hoger onderwijs buiten de universiteit
- (onderwijs) academische onderwijsbevoegdheid voor het secundair en hoger onderwijs buiten de universiteit
- (sociologie) een aantal mensen die zich toevalligerwijs op hetzelfde moment op dezelfde plaats bevinden, maar die zichzelf niet als één groep zien en meestal ook geen onderlinge interactie hebben
- Een sociaal aggregaat heeft geen gemeenschappelijk doel.
- (medisch) weefsel, gevormd door het samenklonteren van bijvoorbeeld witte bloedcellen
- ▸ Ten slotte vervloeit het aggregaat en gaan de bloedplaatjes verloren, waarbij er buitengewoon vasoconstrictieve en pro-aggregatoire stoffen (serotonine en tromboxaan) vrijkomen.[3]
- Het woord aggregaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aggregaat" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "aggregaat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ aggregaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron F.W.A. Verheugt“Bloedplaatjesaggregatieremmers bij de behandeling van hartziekten” (19 augustus 1993), Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -aat in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheikunde in het Nederlands
- Geologie in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Elektrotechniek in het Nederlands
- Onderwijs in het Nederlands
- Sociologie in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %