afdruksel
Uiterlijk
- af·druk·sel
- Naamwoord van handeling van afdrukken met het achtervoegsel -sel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afdruksel | afdruksels |
verkleinwoord |
het afdruksel o
- iets wat ontstaan is door het drukken van een voorwerp in of op een ander voorwerp
- Die wet van God, het juiste afdruksel van Zijn heilige wil, is ook geestelijk. Zij strekt zich niet alleen uit tot het uitwendige, maar zij is ook geestelijk. De mens is verplicht tot inwendige gehoorzaamheid. [1]
- Toen Claes Oldenburg in de jaren zestig zijn slappe sculpturen maakte – en daar doet The Membrane onvermijdelijk aan denken was dit een radicaal en ondermijnend statement tegen alles waar beeldhouwkunst tot op dat moment voor stond: stabiliteit, duurzaamheid, monumentaliteit, plasticiteit, etc. Hetzelfde, nog sterker en subversiever, gold voor de zachte afdruksels in was van Bruce Nauman uit dezelfde periode. [2]
- Het woord afdruksel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afdruksel" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Reformatorisch Dagblad 16-10-2003 Gods wetten
- ↑ NRC Janneke Wesseling 1 mei 2000 Staketsels zonder inhoud
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be