[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

aanwezigheid

Uit WikiWoordenboek
  • aan·we·zig·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord aanwezigheid aanwezigheden
verkleinwoord - -

de aanwezigheidv

  1. het aanwezig zijn op een bepaald tijdstip en plaats
     Ik ritste mijn tent weer open en scheen met mijn hoofdlamp onder mijn tentzeil. Daar zag ik tot mijn verbazing duizenden termieten die in lange colonnes hun larven aan het evacueren waren vanwege mijn aanwezigheid. Ik had mijn tent precies bovenop een ondergrondse termietenkolonie geplaatst.[1]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be