[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

aanpoten

Uit WikiWoordenboek
  • aan·po·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanpoten
pootte aan
aangepoot
zwak -t volledig

aanpoten

  1. inergatief (informeel) flink doorwerken
    • Er werd flink aangepoot. 
  2. overgankelijk nieuwe gewassen poten
99 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be