aaneenvoeging
Uiterlijk
- aan·een·voe·ging
- afleiding van aaneenvoegen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aaneenvoeging | aaneenvoegingen |
verkleinwoord |
de aaneenvoeging v
- het van twee of meer zaken één maken
- Het woord 'aaneenvoeging' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.