aanbouwing
Uiterlijk
- Geluid: aanbouwing (hulp, bestand)
- aan·bou·wing
- afleding van Naamwoord van handeling aanbouwen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanbouwing | aanbouwingen |
verkleinwoord | aanbouwinkje | aanbouwinkjes |
de aanbouwing v
- Het woord 'aanbouwing' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.