optater
Uiterlijk
- op·ta·ter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | optater | optaters |
verkleinwoord |
de optater m
- een harde slag
- een flinke tegenvaller
- De koers van de supermarktreus kreeg onlangs een flinke optater door een winstwaarschuwing van de Amerikaanse concurrent Kroger half juni. Een paar dagen daarna zorgde de aankondiging van de overname van Whole Foods door Amazon voor een nieuwe tik. De daling van zo'n 10 procent op de beurs is Ahold Delhaize nog niet te boven. [3]
- In 2009 krijgt haar carrière een flinke optater te verwerken: Pechstein wordt betrapt op bloeddoping. Er volgt een felle juridische strijd, maar ze kan niet voorkomen dat ze twee jaar wordt geschorst. Ze loopt dan al tegen de veertig, dus iedereen gaat ervan uit dat het tijdperk Pechstein ten einde is. [4]
- Het woord optater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "optater" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ optater op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 09-08-17 Meer winst en omzet Ahold Delhaize
- ↑ Tubantia David Hessing 20-11-17 Oma's aan de top: oude sportvrouwen zijn niet te houden
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be