opmerkenswaardig
Uiterlijk
- op·mer·kens·waar·dig
- afleiding van opmerkenswaard met het achtervoegsel -ig
opmerkenswaardig [1]
- van iets of iemand dat het de moeite waard is om aandachtig waar te nemen; aandacht verdienend
- ▸ Het is opmerkenswaardig - louter ter illustratie van het belang dat wij aan ons eigen oordeel hechten, en van de trots waarmee wij onze voorbarige conclusies kenbaar maken - dat mijnheer Grimwig, hoewel hij beslist geen kwaad man was en het hem oprecht zou hebben verdroten om zijn gewaardeerde vriend gedupeerd en bedrogen te zien, op dit moment oprecht en vurig hoopte dat Oliver Twist niet zou terugkeren.[2]
- Het woord opmerkenswaardig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oliver Twist” (1838), ISBN 9788726116397