onvoltooid verleden toekomende tijd
Uiterlijk
- on·vol·tooid ver·le·den toe·ko·men·de tijd
- verbinding van onvoltooid, verleden, toekomende en tijd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onvoltooid verleden toekomende tijd | - |
verkleinwoord | - | - |
de onvoltooid verleden toekomende tijd m
- (grammatica) De o.v.t.t. stelt men samen met zou(den) en een infinitief. Het drukt een handeling uit die vanuit het verleden in de toekomst plaatsvindt. Aangezien het uitgangspunt om de tijdsverhoudingen te bepalen hier het verleden is, spreekt men over een "verleden toekomende" tijd
- Het woord onvoltooid verleden toekomende tijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.