ontbeend
Uiterlijk
- ont·beend
- vervoeging van ontbenen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend | |
---|---|
onverbogen | ontbeend |
verbogen | ontbeende |
partitief | ontbeends |
ontbeend [1]
- van een stuk vlees dat de botten eruit verwijderd zijn
- 400 g kipmedaillons of ontbeende kippendijen in stukken [2]
- Dan stopt Bongani voor een snelle hap in een 'restaurantje'. Hier wordt ons een ontbeende, uitgekookte, in stukken gesneden koeienkop opgediend. Na de vliegen weggejaagd te hebben waag ik me aan een stukje en neem snel een slok cola om de vieze smaak weg te spoelen. [3]
- Ik haal de kip niet net als mijn moeder uit de tuin, maar bij de slager. Ik gebruik ontbeende kippenbouten mét vel, zo blijft het vlees lekker mals en zacht. [4]
vervoeging van: | ontbenen… |
verbogen vorm: | ontbeende |
ontbeend
- voltooid deelwoord van ontbenen
- Het woord ontbeend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontbeend" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf 24 jul. 2014 Kipmedaillons met pompoen
- ↑ De Telegraaf TON PETERS 13 feb. 2014 Land van contrasten
- ↑ De Telegraaf 04 jan. 2016 Surinaamse gekruide kip
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be