[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

ont-

Uit WikiWoordenboek
Huidig
bestand
236
Van Protogermaans *and-, anþ(a)-,
vanwaar ook:
het voegwoord en
het voorvoegsel ant- in antwoord
Verwanten in andere Germaanse talen:
Engels: an- in answer
Duits: ent-, ant- in Antwort
Gotisch: 𐌰𐌽𐌳-
Zweeds: an-

Niet buiten Germaans.

ont-

  1. vormt een onscheidbaar werkwoord
    1. voor een werkwoord: geeft een beëindiging van een werking of een verwijdering aan
      • Iets ontvangen betekent iets uit andersmans handen krijgen. 
    2. voor een werkwoord: vormt een in de regel ergatief werkwoord dat het begin van een spontaan proces aanduidt
      • Ontbranden betekent spontaan in brand vliegen. 
    3. voor een zelfstandig naamwoord met het achtervoegsel -en: geeft een verwijdering van iets aan
      • Iets ontbladeren betekent bladeren verwijderen 
    4. voor een bijvoeglijk naamwoord + met het achtervoegsel -en: geeft de beëindiging van een hoedanigheid aan
      • Een klank ontronden betekent de klank minder gerond maken 
      • Het ontvetten van de keuken was een lastige klus. 
    5. voor een bijvoeglijk naamwoord + met het achtervoegsel -en: geeft het begin van een hoedanigheid aan
      • Iemand ontnuchteren betekent echter juist iemand nuchter maken, bijvoorbeeld door de dronkenschap te beëindigen. 
      • Op verzoek van de arts ontblootte hij zijn bovenlijf. 
  2. lijkt soms zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden te vormen, als die zijn afgeleid van een niet gangbaar werkwoord dat met ont- gevormd is
    • De scheidsrechter was ontdaan door de grove overtreding. 
    • Zonder zijn secretaresse is de baas echt onthand. 
    • Met wat ontkreukvloeistof kun je kleren strijken met beter resultaat. 
  • [1.3]: be-; vgl. bebossen en ontbossen.
  • [1.4]: in-; vgl. invetten en ontvetten.
enige nog in te voeren woorden met dit voorvoegsel