ofschoon
Uiterlijk
- of·schoon
- In de betekenis van ‘onderschikkend voegwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1732 [1]
- samenstelling van of en schoon [2]
ofschoon
- (onderschikkend) drukt een reden uit ondanks dewelke iets beweerd wordt
- Ofschoon een bescheiden budgetoverschrijding van de investering in de nieuwbouw onvermijdelijk is geweest, zijn de extra investeringen binnen de kaders van de meerjarenbegroting gebleven.[3]
- Het woord ofschoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ofschoon" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "ofschoon" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ofschoon op website: Etymologiebank.nl
- ↑ maasstadziekenhuis.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be