overreding
Uiterlijk
- Geluid: overreding (hulp, bestand)
- over·re·ding
- Naamwoord van handeling van overreden met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overreding | overredingen |
verkleinwoord |
de overreding v
- het vermogen om iemand te overtuigen van je gelijk
- 'Alleen door overreding hebben wij voetje voor voetje terrein gewonnen, totdat eindelijk de angst voor het nieuwe zich heeft moeten overgeven', citeerde de koning haar.[2]
- De onderzoekers vinden dat Al Fitrah haar visie op autoritaire wijze aan de kinderen leert, maar dat dit wordt gedaan door middel van overreding, en niet door dwang.[3]
1.
- Het woord overreding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Volkskrant Robert Giebels uit de kersttoespraak van Koning Willem-Alexander 25 december 2017
- ↑ NRC Sheila Kamerman 14 december 2016