overnoemde
Uiterlijk
- Geluid: overnoemde (hulp, bestand)
- over·noem·de
vervoeging van |
---|
overnoemen |
overnoemde
- enkelvoud verleden tijd van overnoemen
- Ik overnoemde.
- Jij overnoemde.
- Hij, zij, het overnoemde.
- Ik overnoemde.
- verbogen vorm van overnoemd, voltooid deelwoord van overnoemen