nevenschikking
Uiterlijk
- ne·ven·schik·king
- samenstelling van neven en schikking
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nevenschikking | nevenschikkingen |
verkleinwoord | - | - |
de nevenschikking v
- (taalkunde) een samenvoeging van twee gelijkwaardige zinnen tot een geheel
- "Ik stond op en ik dronk koffie" is een voorbeeld van een nevenschikking.
- Het woord nevenschikking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nevenschikking" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be