neerpoten
Uiterlijk
- neer·po·ten
- samenstelling van neer bw en poten ww
neerpoten [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
neerpoten |
pootte neer |
neergepoot |
zwak -t | volledig |
- iets op een bepaalde plaats neerzetten, in het bijzonder het in de grond zetten van planten, meestal gaat het om iets zwaars dat je op een ruwe manier ergens neerzet
- Vlaams Belang–topman Filip Dewinter vindt dat de vrijheid van godsdienstbeleving geen recht geeft op „het dragen van hoofddoeken of het neerpoten van een moskee op elke hoek van elke straat. Het wordt tijd dat we de radicale islam terugslaan", aldus Dewinter, doelend op Antwerpen–Noord met acht moskeeën binnen 200 meter. [2]
- De jurk van prinses Diana (in 1981) werd geschat op 198.000 dollar en die van Kate Middleton (2011) op 514.000 dollar. Prijzen waarvoor je een uit de kluiten gewassen villa voor kan neerpoten, maar die bedragen verdwijnen in het niets bij de jurk van de Spaanse koningin Letizia. [3]
- neerzetten, planten, poten
- Het woord neerpoten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neerpoten" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Het woord neerpoten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 17-01-2008 Europese organisatie ’Steden Tegen Islamisering’
- ↑ Tubantia Jacob De Bruyne 17-05-18 De meest spraakmakende koninklijke huwelijken aller tijden
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 69 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %