naaikamer
Uiterlijk
- naai·ka·mer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naaikamer | naaikamers |
verkleinwoord | naaikamertje | naaikamertjes |
- een ruimte in een gebouw waar men textiel maakt of herstelt
- Een uit de kluiten gewassen nietmachine en een grote zak met glinsterende steentjes. Veel meer stelt Fashion Decorator niet voor. Maar de reacties op het speelgoed zijn verrassend divers. Van de kant van de kinderen: „Wauw, mag ik ze ook op m’n kleren?” En: „Als je die versieringen aan mijn rok vastmaakt, trek ik ’m niet meer aan.” Van de kant van moeder-overste: „Is dit speelgoed? Deze bevestigingstang wil ik eigenlijk in de naaikamer hebben.” [2]
- De autistische Wesselink gedijde goed bij al die vrijheden. „Je zou bij autisme misschien denken: dat zijn mensen die heel erg veel structuur nodig hebben. Op deze school was er 'nul'structuur. Maar je kon daardoor wel helemaal je eigen structuur maken.” Wesselink struint onder meer door een ruimte die veel weg heeft van een rommelige naaikamer.[3]
- Een pasgeboren baby is gewikkeld in een omslagdoek, made in Twente. Begin november lag de doek nog in een naaikamer in Lonneker, een paar weken later kwam hij goed van pas in de verloskamer van het ziekenhuis in Essau, in het noordwesten van Gambia. „Zo mooi om te zien. Daar doe je het voor”, zegt Marijke Hans met een stralende glimlach.[4]
- Het woord naaikamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "naaikamer" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Ellen van de Beek en Gisette van Dalen-Heemskerk 02-11-2007 Glittersteentjes en auto’s van gips
- ↑ Tubantia Ron Hemmink 02-03-18 Filemon terug in Enschede: 'Had hier gelukkigste tijd van mijn leven'
- ↑ Tubantia 07-12-2016 Video | 285 mutsjes en 175 omslagdoeken uit Enschede gaan naar Gambia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be