naaide
Uiterlijk
- naai·de
vervoeging van |
---|
naaien |
naaide
- enkelvoud verleden tijd van naaien
- Ik naaide.
- Jij naaide.
- Hij, zij, het naaide.
- Ik naaide.
- Het woord naaide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
naaien |
naaide