misselijkheid
Uiterlijk
- mis·se·lijk·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | misselijkheid | misselijkheden |
verkleinwoord | - | - |
de misselijkheid v
- (medisch) vorm van onpasselijkheid die gepaard kan gaan met een neiging tot braken, als signaal van het lichaam dat er iets mis is of als reactie op iets onaangenaams
- Een vlaag van misselijkheid.
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord misselijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.