messenmaker
Uiterlijk
- Geluid: messenmaker (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɛsə(n)ˌmakər / (4 lettergrepen)
- mes·sen·ma·ker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | messenmaker | messenmakers |
verkleinwoord |
de messenmaker m
- (beroep), (techniek) iemand wiens beroep het maken en slijpen van messen is
- Hij vestigde zich als messenmaker.
- Koen en Thijs Wolters van Nipponblades laten hun messen naar eigen ontwerp vervaardigen in Japan. In een filmpje op www.nipponblades.nl is ‘hun’ messenmaker, Hiroshi Katou, aan het werk te zien in zijn atelier. [2]
- (bedrijf), (techniek) fabriek die snijwerktuigen vervaardigt
- Na meer dan twaalf jaar bakkeleien is het pleit beslecht: de Franse fabrikant Forge de Languiole mag het gebruik van de [sic!] woordmerk LANGUIOLE in Europa opeisen voor een hele reeks artikelen, van tafelgerei tot nagelknippers en kurkentrekkers, maar niet voor producten en diensten die het bedrijf nog nooit heeft gemaakt of geleverd. Daarvoor kan Gilbert Szajner uit Saint-Maur-des-Fossés de merknaam probleemloos blijven gebruiken. Szajner vroeg begin deze eeuw bescherming van het woordmerk LANGUIOLE aan bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO). Die registratie werd begin 2005 verleend, tot grote ergernis van de bekende messenmaker uit de gelijknamige Zuid-Franse gemeente. [3]
- Het woord messenmaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Vreugdenhil, J.Snijgevoel (15 augustus 2011) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-06-10
- ↑ Meijnen, J.Languiole niet exclusief (12 april 2017) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-06-10
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Bedrijf in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal