meemaken
Uiterlijk
- Geluid: meemaken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmemakə(n) / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈme.ma.kə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈme.ma.kə(n)/
- (Limburg): /ˈme.ma.kə(n)/
- mee·ma·ken
- samenstelling van mee bw en maken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meemaken |
maakte mee |
meegemaakt |
zwak -t | volledig |
meemaken
- overgankelijk iets ~: getuige zijn van een gebeurtenis; beleven van een gebeurtenis
- Jij hebt de oorlog niet meegemaakt.
- ▸ Wij vonden 25 kilometer per dag al prima, terwijl jullie nu ruim 40 kilometer per dag doorjakkeren. Neem toch de tijd, zoiets maak je maar een keer in je leven mee. Het heeft me nooit losgelaten na al die jaren.’[1]
- ▸ Nog nooit had ik dit soort temperaturen meegemaakt.[1]
1. getuige zijn van een gebeurtenis
- Het woord meemaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meemaken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ 1,0 1,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %