[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

markies

Uit WikiWoordenboek
[3] markies als een luifel die beschermt tegen de zon
  • mar·kies
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zonnescherm’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1649 [1]
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘adellijke titel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord markies markiezen
verkleinwoord markiesje markiesjes

de markiesm

  1. (adel) adellijke titel, lager dan een hertog maar hoger dan een graaf
  2. (adel) heer van een markizaat
  3. luifel die beschermt tegen de zon
92 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[2]


  • mar·kies
enkelvoud meervoud
naamwoord markies markiese

markies

  1. (adel) markies