Naar inhoud springen

maniok

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Manihot esculenta

Uitspraak

Geluid: maniok (hulp, bestand)

Woordafbreking

ma·ni·ok

Woordherkomst en -opbouw

Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘broodwortel’ voor het eerst aangetroffen in 1596 ^[1]
^[2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	maniok	-
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de maniok m

(plantkunde) verhoutende, overblijvende heester Manihot esculenta
(wikidata: maniok )
(voeding) eetbare wortel van Manihot esculenta
(wikidata: maniok )

Synoniemen

Vertalingen

1. en 2. (wortel van) de plant Manihot esculenta

Afrikaans: broodwortel ^(af)
Akan: bankyi ^(ak)
Arabisch: بفرة ^(ar)
Azeri: maniok ^(az)
Balinees: kaséla
Bambara: banaku ^(bm)
Banjar: jawaw
Baskisch: manioka ^(eu)
Bengaals: শিমুল আলু ^(bn)
Birmees: ပီလောပီနံ ^(my)
Bislama: maniok ^(bi)
Bokmål: maniok ^(nb)
Bulgaars: маниока ^(bg)
Catalaans: iuca ^(ca)
Cebuano: kamoteng kahoy
Centraal-Bikol: balinghoy
Chinees: 木薯 ^(zh)
Dagbani: banchi^(dag)
Deens: kassava ^(da), cassava ^(da), maniok ^(da)
Dinka: bafora ^(din)
Duits: Maniok ^(de) m, Cassave ^(de)
Engels: cassava ^(en), cassava root ^(en), manioc ^(en), manioc root ^(en), yuca ^(en), yuca root ^(en)
Esperanto: manioko ^(eo)
Ewe: agbeli ^(ee)
Fins: maniokki ^(fi), kassava ^(fi)
Frans: manioc ^(fr) m, racine de manioc ^(fr)
Galicisch: mandioca ^(gl)
Kikuyu: mĩanga ^(ki)
Grieks: Κασάβα ^(el)
Guarani: mandi'o ^(gn)
Gujarati: મોગો ^(gu)
Haïtiaans Creools: manyòk dous
Hausa: rogo ^(ha)
Hebreeuws: מניהוט מצוי ^(he)
Hongaars: manióka ^(hu)
Ido: manioko ^(io)
Iers: casabhach ^(ga)
Iloko: balinghoy
Indonesisch: singkong ^(id)
Italiaans: manioca ^(it) v
Japans: キャッサバ ^(ja)
Javaans: ketéla pohung ^(jv)
Jiddisch: מאניאק ^(yi)
Kannada: ಮರಗೆಣಸು ^(kn)
Kantonees: 木薯 ^(yue)
Kasjoebisch: jôdny maniok ^(csb)
Koongo: mandioko
Koreaans: 카사바 ^(ko)
Kroatisch: manioka ^(hr)
Latijn: mandioca ^(la)
Lets: manioka ^(lv)
Lingala: manyɔ́kɔ ^(ln)
Litouws: valgomasis manijokas ^(lt)

Madoerees: sabbhrâng
Malagasy: mangahazo ^(mg)
Malayalam: മരച്ചീനി ^(ml)
Maleis: ubi kayu ^(ms)
Minangkabaus: ubi parancih
Minnan: chhiū-chî ^(zh-min-nan)
Nahuatl: cuauhcamohtli ^(nah)
Nedersorbisch: pšawy maniok ^(dsb)
Niassisch: gowirio
Noord-Fries: maniok
Noors: maniok ^(no)
Nyanja: chinangwa
Nynorsk: kassava ⁽ⁿⁿ⁾, maniok ⁽ⁿⁿ⁾
Occitaans: manioc ^(oc)
Oekraïens: маніок ^(uk)
Oppersorbisch: prawy maniok ^(hsb)
Perzisch: مانیوک ^(fa)
Pools: maniok ^(pl)
Portugees: mandioca ^(pt)
Quechua: rumu ^(qu)
Russisch: маниок ^(ru)
Sango: gozo ^(sg)
Schots: cassava ^(sco)
Servisch:
- Cyrillisch: тапиока ^(sr)
- Latijns: tapioka ^(sr)
Servo-Kroatisch: manioka ^(sh)
Shona: mufarinya ^(sn)
Sloveens: manioka ^(sl)
Soendanees: sampeu ^(su)
Spaans: mandioca ^(es) v
Swahili: muhogo ^(sw)
Tagalog: kamoteng-kahoy ^(tl)
Tahitiaans: māniota ^(ty)
Tamil: மரவள்ளி ^(ta)
Telugu: కర్ర పెండలము ^(te)
Thai: มันสำปะหลัง ^(th)
Tongaans: mānioke ^(to)
Tsjechisch: maniok jedlý ^(cs)
Turks: manyok ^(tr)
Urdu: کاساوا ^(ur)
Vietnamees: sắn ^(vi)
Waray-Waray: bilanghoy ^(war)
Wit-Russisch: маніёк ^(be)
Wu: 木薯 ^(wuu)
IJslands: kassavarót ^(is)
Yoruba: ẹ̀gẹ́ ^(yo)
Zhuang: moegsawz ^(za)
Zweeds: maniok ^(sv)

Gangbaarheid

Het woord maniok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maniok" herkend door:

30 %	van de Nederlanders;
87 %	van de Vlamingen.^[3]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=maniok&oldid=4771993"

Verborgen categorieën: