Luft
Uiterlijk
- Luft
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | die Luft | die Lüfte |
genitief | der Luft | der Lüfte |
datief | der Luft | den Lüften |
accusatief | die Luft | die Lüfte |
Luft, v
- Luft
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | die Luft | |||
datief | ||||
accusatief |
Luft, v
- (meteorologie), (scheikunde) lucht
- «Die Luft is net meh schwiehl.»
- De lucht is niet meer zwoel.
- «Die Luft is net meh schwiehl.»
Categorieën:
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 4
- Woorden in het Duits met audioweergave
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 4
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Pennsylvania-Duits
- Meteorologie in het Pennsylvania-Duits
- Scheikunde in het Pennsylvania-Duits