New Yorks

• Geluid:  New Yorks    (hulp, bestand)
• IPA: /nuˈjɔːrks/

• New Yorks

• afgeleid van New York met het achtervoegsel -s, gespeld zonder koppelteken omdat spellingregel 6.E niet van toepassing is op uitheemse namen^[1]

New Yorks

1. (demoniem) van, uit, betreffende of als in New York

   • Er is geen literatuur die specifiek Rotterdams is, of New Yorks, of Tokio's, of Kinshasha's, of Berlijns. ^[2]

3. partitief van de stellende trap van New Yorks

   • De ‘on the go’-service heeft iets New Yorks. ^[3]

• Joods-New Yorks

het New Yorks o

1. geen meervoud (taal) Engels dialect dat in New York wordt gesproken

   • Zo worden niet alleen het Gronings, Drents, Twents en Limburgs minder gesproken, ook het in veel Hollywoodfilms gesproken New Yorks en het iconische, en internationaal geïmiteerde, cockney-accent zijn in gevaar. ^[4]

New Yorks

1. genitief onzijdig enkelvoud van New York

   • Want Bowling Green, rijk, óverrijk aan mussen, is zeker een van New Yorks minst gefortuneerde achterbuurten. ^[5]

• Het woord New Yorks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.