slaaf
Uiterlijk
Niet te verwarren met: Slaaf |
- slaaf
- Van laat-Latijn sclavus - «Slavische gevangene» (vgl. laat-Oudgrieks: Ἐσκλαβήνος). De herkomst van 'Slavisch' is onduidelijk.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaaf | slaven |
verkleinwoord | slaafje | slaafjes |
slaaf m
- een persoon die het bezit is van een ander
- Zij waren weinig meer dan slaven.
- iemand die geheel afhankelijk van iets of iemand is
- hij was een slaaf van zijn speelzucht
- ondergeschikte in een sadomasochistische relatie
- in een sm-relatie zijn er meesters (of meesteressen) en slaven
- (informatica) apparaat of element dat (tijdelijk) ondergeschikt is aan een ander
- in een meester-slaaf-element is het niet duidelijk wie nu de meester en wie de slaaf is
1. een persoon die het bezit is van een ander
- Het woord slaaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slaaf" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaaf | slawe |
slaaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Informatica in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans