schoot op
Uiterlijk
- schoot op
vervoeging van |
---|
opschieten |
schoot op
- enkelvoud verleden tijd van opschieten
- Ik schoot op.
- Jij schoot op.
- Hij, zij, het schoot op.
- Ik schoot op.
- Het woord schoot op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.