[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

rom

Uit WikiWoordenboek
Versie door Cadfaell (overleg | bijdragen) op 2 aug 2018 om 20:54 (update)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • rom
Naar frequentie 565
  • Bijvoeglijk naamwoord: Afkomstig van het Oudnoordse bijvoeglijke naamwoord rúmr
  • Zelfstandig naamwoord [A]: Afkomstig van het Oudnoordse naamwoord rúm
  • Zelfstandig naamwoord [B]: Afkomstig van het Engelse naamwoord rum
  • Zelfstandig naamwoord [C]: Afkomstig van het Romanese naamwoord rom
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud rom rommere rommest
o enkelvoud romt
meervoud romme
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
romme rommere rommeste

rom

  1. ruim


[A] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rom     rommet     rom     romma
rommene  
genitief   roms     rommets     roms     rommas
rommenes  

[A] rom, o

  1. (bouwkunde) kamer
    «Hotellet har 31 rom, noen rom med utsikt mot Trysilfjellet.»
    Het hotel heeft 31 kamers, sommige kamers met uitzicht op de bergen van Trysil.
  2. ruimte
  3. (figuurlijk) mogelijkheid
  • [3]: gi rom for noe
iets mogelijk maken
[B] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rom     rommen     -     -  
genitief   roms     rommens     -     -  

[B] rom, m

  1. (drinken) rum


[C] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rom     romen     romer     romene  
genitief   roms     romens     romers     romenes  

[C] rom, m

  1. Roma, zigeuner


  • rom
  • Bijvoeglijk naamwoord: Afkomstig van het Oudnoordse bijvoeglijke naamwoord rúmr
  • Zelfstandig naamwoord [A]: Afkomstig van het Oudnoordse naamwoord rúm
  • Zelfstandig naamwoord [B]: Afkomstig van het Engelse naamwoord rum
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud rom rommare rommast
o enkelvoud romt
meervoud romme
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
romme rommare rommaste

rom

  1. ruim


[A] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rom     rommet     rom     romma  

[A] rom, o

  1. (bouwkunde) kamer
  2. ruimte
  3. (figuurlijk) mogelijkheid
  • [3]: gje rom for noko
iets mogelijk maken
[B] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rom     rommen     -     -  

[B] rom m

  1. (drinken) rum