[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

opstaan

Uit WikiWoordenboek
Versie door Tvdm (overleg | bijdragen) op 7 apr 2008 om 18:02 (Nieuw)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • op·staan
vervoeging
onbepaalde wijs
tegenwoordige tijd
verleden tijd
voltooid
deelwoord
onvoltooid
deelwoord
lijdende vorm
gebiedende wijs
vervoegingsklasse
opmerking


stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opstaan
stond op
opgestaan
volledig

opstaan

  1. gaan staan.
    Kom eens uit je stoel en ga eens opstaan!
  2. het bed verlaten.
    Zorg ervoor dat je morgen op tijd opstaat.
  3. (koken) op het vuur staan.
    Het gerecht staat op, nog even geduld...