herbergen: verschil tussen versies
Uiterlijk
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
corr. |
Volgorde |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{=nld=}} |
{{=nld=}} |
||
{{-pron-}} |
{{-pron-}} |
||
*{{sound}}: {{audio| |
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}}} |
||
<!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/}}--> |
<!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/}}--> |
||
{{-syll-}} |
{{-syll-}} |
||
*her·ber·gen |
*her·ber·gen |
||
⚫ | |||
{{-nlstam-|{{pn}}|herbergde|geherbergd|7={{nlzwak-d}}}} |
{{-nlstam-|{{pn}}|herbergde|geherbergd|7={{nlzwak-d}}}} |
||
⚫ | |||
'''{{pn}}''' |
'''{{pn}}''' |
||
#{{ov|lang=Nederlands}} huisvesten. |
#{{ov|lang=Nederlands}} huisvesten. |
Versie van 29 mei 2010 10:34
- her·ber·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
herbergen |
herbergde |
geherbergd |
zwak -d | volledig |
herbergen
- overgankelijk huisvesten.
- Door het noodweer was hij verplicht om de hele wandelgroep in zijn huis te herbergen.
- overgankelijk tot verblijf dienen.
- Die kom herbergt vier vissen, wat erg uitzonderlijk is.
- overgankelijk bevatten.
- Voor zo'n dun boek herbergt het erg veel informatie.
1. huisvesten
2. tot verblijf dienen
de herbergen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord herberg