[go: up one dir, main page]
Naar inhoud springen

bastos

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 19 mei 2018 om 18:13 (→top: Nieuw lemma met AWB)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Frans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

bastos m

  1. (spreektaal) kogel, blauwe boon
    «Mon frangin a pris un bastos dans sa jambe.»
    Mijn broer kreeg een kogel in zijn been. [1]

Verwijzingen

  1. ↑
    Wouw, Berry van de
    , Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 24
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=bastos&oldid=3724833"