voorzetsel
Dutch
editAlternative forms
editEtymology
editFrom voorzetten + -sel.
Pronunciation
editNoun
editvoorzetsel n (plural voorzetsels, diminutive voorzetseltje n)
- (grammar) preposition
- Synonyms: kastwoord, prepositie
From voorzetten + -sel.
voorzetsel n (plural voorzetsels, diminutive voorzetseltje n)