[go: up one dir, main page]
Wiktionary

naartoe

Dutch

edit

Etymology

edit

From naar +‎ toe.

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Circumposition

edit

naartoe

  1. to, towards (an end point or destination)
    Synonym: heen (when used adverbially)
    Ik ga naar mijn vriend toe.
    I'm going to my friend.
    Die auto gaat nergens naartoe.
    That car is going (to) nowhere.

Declension

edit
Pronominal adverbs of naartoe
circumposition naar ... toe
postpositional adv. naartoe
+ het (it) ernaartoe
+ dit (this) hiernaartoe
+ dat (that) daarnaartoe
+ wat (what) waarnaartoe
+ iets (something) ergens naartoe
+ niets (nothing) nergens naartoe
+ alles (everything) overal naartoe

Antonyms

edit
Retrieved from "https://en.wiktionary.org/w/index.php?title=naartoe&oldid=82623220"