onthoofding
Dutch
editEtymology
editFrom Middle Dutch onthôvedinge. Equivalent to onthoofden + -ing.
Pronunciation
editNoun
editonthoofding f (plural onthoofdingen, diminutive onthoofdinkje n)
- decapitation, beheading
- Onthoofding gold als een eervoller dood dan ophanging.
- Beheading was considered a more honorable death then hanging.