[go: up one dir, main page]

Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

afgekoeld

  1. past participle of afkoelen

Declension

edit
Declension of afgekoeld
uninflected afgekoeld
inflected afgekoelde
positive
predicative/adverbial afgekoeld
indefinite m./f. sing. afgekoelde
n. sing. afgekoeld
plural afgekoelde
definite afgekoelde
partitive afgekoelds