Pronunciation
editRhymes
editOne syllable
edit- bij
- blij
- brei
- brij
- dij
- ei
- gij
- hei
- hij
- IJ
- jij
- kei
- klei
- lei
- mei
- mij
- pij
- prei
- rij
- tij
- vlei
- vrij
- wei
- wij
- zij
Two syllables
edit- abdij
- gelei
- gerei
- getij
- gewei
- kandij
- karwei
- kassei
- kledij
- lakei
- latei
- opzij
- partij
- soldij
- tenzij
- terzij
- vallei
Three syllables
edit- allerlei
- averij
- bakkerij
- batterij
- boerderij
- brouwerij
- burgerij
- drukkerij
- galerij
- gieterij
- ketterij
- koopvaardij
- loterij
- maatschappij
- muiterij
- schilderij
- selderij
- slagerij
- slavernij
- specerij
- stokerij
- visserij
- zetterij
- zotternij