[go: up one dir, main page]

Afrikaans

edit

Etymology

edit

From Magyaar +‎ -s.

Adjective

edit

Magyaars (attributive Magyaarse, not comparable)

  1. Obsolete spelling of Magjaars.

Proper noun

edit

Magyaars

  1. Obsolete spelling of Magjaars.

References

edit
  • Afrikaanse Woordelijs en Spelreëls (in Afrikaans), 1st edition, Bloemfontein: Het Volksblad-Drukkerij, 1917, →ISBN, page 87; republished Pretoria: Protea Boekhuis, 2017