[go: up one dir, main page]

Terug naar de krant

Paul Harding schreef een episch en humaan boek dat zeker kans maakt op de Booker Prize

recensie

Amerikaanse literatuur De onmogelijkheid van een eiland in een meeslepende roman. Met Dit andere paradijs schreef Paul Harding een verbluffend goed boek.

Leeslijst

Vlak voor de kust van de Amerikaanse staat Maine ligt Malaga Island. Het is nu een onbewoond natuurgebied, maar vanaf het midden van de negentiende eeuw werd het eiland zo’n zestig jaar lang bewoond door een kleine gemeenschap van mannen en vrouwen die het bestaan op het vasteland waren ontvlucht.

De geschiedenis van deze uit diverse minderheden samengestelde groep eilanders vormde de inspiratie van Dit andere paradijs, de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijver Paul Harding (1967). Met zijn eerste roman, Kwikzilver, won hij meteen een Pulitzer Prize, en deze nieuwe roman, zijn derde, haalde dit najaar de shortlist van de Booker Prize. Wie weet gaat hij die nog winnen ook, komende zondag wordt de winnaar bekend – het zou niet onterecht zijn, Dit andere paradijs is een verbluffend goed boek.

Harding heeft geen kroniek van Malaga Island willen schrijven. Het is zelfs nauwelijks een historische roman, er hangt een zweem van tijdloosheid, van mythe, over het verhaal. Bij Harding heet het eiland Apple Island, ‘amper honderd meter van het vasteland, [...] vierhonderd meter breed van oost naar west en vijfhonderd meter lang van noord naar zuid’. Een van de oudste bewoners is de bejaarde Esther, kleindochter van de stamouders van de clan: de uit slavernij ontsnapte Benjamin Honey en de Ierse Patience Rafferty. Meteen in het begin van de roman vertelt Esther over de reusachtige vloedgolf die het eiland kort na het stichten van de nederzetting bijna vernietigde. Haar geboeide gehoor, dat nooit genoeg krijgt van het verhaal, bestaat uit haar zoon en haar kleinkinderen, ‘het distillaat van de vierde, vijfde en zesde generatie van Angolese vaders en Schotse opa’s, Kaapverdische ooms en Penobscot-tantes, neven en nichten uit Dingle, Glascow en Montserrat.’

Het is een briljante, pagina’s lange scène, het verhaal van de vloedgolf, een magisch relaas van bijbelse proporties; onwillekeurig moet je hier denken aan de Ierse Sebastian Barry (die dit jaar ook zomaar op de shortlist van de Booker had kunnen belanden); ook Barry kan scènes waarin ingrijpende dingen gebeuren (een aanslag, een bombardement) zo gedetailleerd en meeslepend beschrijven dat ze uitgerekt worden tot de tijd lijkt stil te staan en er een bevroren moment ontstaat waar je omheen kan lopen om het van alle kanten te bekijken.

Waagstuk

Het is een waagstuk om zo vroeg in een roman met zo’n scène te komen. Je weet meteen wat voor schrijver Harding is (een heel goede), maar je vraagt je ook af of je nu al het hoogtepunt van de roman achter de rug hebt. Die angst is onterecht. Hoewel een scène van dergelijke epische proporties niet meer voorkomt (al is er later een regenbui die erbij in de buurt komt), zakt de roman nergens in.

Behalve Esther en haar nakomelingen telt het eiland nog een aantal andere bewoners: het echtpaar Lark (van wie niemand weet of ze nu neef en nicht zijn of broer en zus) met hun vier kinderen, de zusters McDermott, die de was doen voor bewoners van het vasteland, de bejaarde Annie, en de eenzaat Zachary, een zwarte oorlogsveteraan die zijn tijd voornamelijk doorbrengt in een holle boom waarvan hij de binnenkant versiert met uitgesneden afbeeldingen van bijbelse scènes.

Ze zijn vergroeid met hun kleine eiland, vormen er bijna een geheel mee, maar er is natuurlijk ook de buitenwereld, in de vorm van de blanke Matthew Diamond, die regelmatig naar het eiland roeit om de kinderen les te geven. Eigenlijk heeft hij een ‘ongeneeslijke aversie’ tegen deze mengelmoes van rassen, maar hij doet zijn christenplicht en zet zich in voor de meest getalenteerde kinderen. Zo bewerkstelligt hij dat Ethan, die erg goed kan tekenen, op het vasteland bij een rijke landeigenaar mag inwonen (nou ja, in de schuur) om zijn talent te ontwikkelen; en dat dan eigenlijk vooral omdat hij zo bleek is dat hij voor blank kan doorgaan. Het avontuur van Ethan vormt een wrang-poëtisch deel van de roman, die zo ook wat lucht krijgt omdat de actie zich even van het eiland naar de rest van de wereld verplaatst.

Ondertussen werpen commissies zich op de overgebleven bewoners van dat eiland. Door de nauwgezette, gedetailleerde beschrijvingen van Harding hebben we ons vanaf het begin in ze verplaatst, we zijn ze voor een deel geworden en nu zien we ze opeens door andere ogen. ‘Vuile haveloze beesten’, denkt overheidsvertegenwoordiger Whitcomb als hij op het eiland rondloopt. ‘Erger nog. Kijken je alleen maar stom aan, imbeciel. Zeiden niet één woord. En de stank. […] Die stomme wezenloos starende koppen.’ Een lokale krant heeft het over ‘debiele gebroed van paupers. […] Ze zijn allemaal bloedverwanten en veel of de meesten van hen zijn zowel klinisch idioot als lui.’

Omringd door ongedierte

Het is een schok om ze opeens zo voor je te zien, in al hun armoede, omringd door ongedierte. Zo zijn ze dus eigenlijk ook geweest, al die tijd dat wij ze volgden, dat wij ze waren, denk je even, maar dat is juist niet zo. Ambtenaar Whitcomb weet niet wat hij ziet omdat hij alleen de buitenkant ziet, wij als lezers hebben dankzij Harding de binnenkant gezien.

Aan de andere kant is het ook niet zo dat Harding zijn personages ‘een stem heeft gegeven’, dat hij heeft laten zien ‘dat ze ook mensen zijn’, laat staan nobele wilden met een hart van goud, dat is allemaal te zoet en te zalvend, daar gaat deze roman niet over.

Dit andere paradijs is een episch en tegelijk humaan boek, en het is door zijn stijl, die ook in vertaling volstrekt overtuigend overkomt, dat Harding ons heeft meegesleept, het hele eiland over, tot in elke hut, in elk hoofd. Niet traag, maar met aandacht, met ernst maar niet met looiige zwaarte. Hij geeft een tijdsbeeld maar maakt het tijdloos. Trek er elke les uit die je wilt, waarom niet, maar ik denk niet dat de roman een boodschap heeft; hij beschrijft. En wat voor veel, zo niet alle goede romans geldt, gaat ook hier op: de beschrijving is de boodschap.

Lees ook
Betoverende herinneringen van een antieke-klokkenreparateur
boekomslag Kwikzilver van Paul Harding
Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 24 november 2023.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Om dit formulier te kunnen verzenden moet Javascript aan staan in uw browser.
Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in