Stefano Keizers – het alter ego van cabaretier Gover Meit – was gespecialiseerd in het dusdanig op de proef stellen van de verhoudingen tussen publiek en artiest dat grenzen langzaam vervaagden. Het zorgde voor fascinerend cabaret, maar na drie voorstellingen verklaarde Gover Meit (36) dat Stefano Keizers niet meer bestond omdat hij bang was in herhaling te vallen. Gover Meit baarde vervolgens een nieuwe creatie: Donny Ronny.
Bossen is de eerste voorstelling van deze Donny Ronny, een conceptueel werk dat zich net als de Keizers-trilogie opnieuw met weinig laat vergelijken. Ronny vertelt hoe hij ongelukkig werd van telkens opnieuw hetzelfde ingestudeerde stuk spelen. Het was bedacht, gekunsteld en dus nep. Donny Ronny is de reactie op de onechtheid van Stefano Keizers: Bossen moest een voorstelling worden die hélemaal ‘echt’ is. Maar ja, wat is dat eigenlijk? Daarover gaat Bossen, dat soms ronduit saai is, maar tegelijkertijd voortdurend zorgt voor grote opwinding.
Volgens Ronny kan het alleen maar echt worden als helemaal niemand weet wat er gaat gebeuren. Daarom neemt hij elke voorstelling een nieuwe groep van vijf bekende Nederlanders mee het podium op – een erfenis van de ‘neppe’ Stefano Keizers, die in allerlei tv-programma’s ‘vrienden’ heeft verzameld. De BN’ers is verteld dat ze op het podium wel horen wat hun rol gaat zijn. Al snel blijkt dat ze weinig meer hoeven te doen dan dat: er zijn. Na een korte introductie zegt Ronny dat het nu dan gaat beginnen. Maar wat eigenlijk? De vijf weten het ook niet. Ronny’s rol blijkt er in elk geval goeddeels op te zitten. Met een soort antropologische belangstelling kijkt hij als een toeschouwer op het podium naar de worsteling van zijn podiumgenoten. We kijken nu volgens Ronny naar iets ‘echts’, want publiek, vijf BN’ers én Ronny hebben geen idee wat er nu gaat gebeuren. „Alles wat je vanavond gaat zien, bestaat nu nog en gaat na vanavond ook nooit meer gezien worden”, kondigt Ronny aan.
Rol uitzoeken
De rest van deze voorstelling in Amstelveen probeerden de vijf op het podium (onder meer Humberto Tan, Stephanie Louwrier en Ruben van der Meer) uit te zoeken wat hun rol zou kunnen zijn. Er wordt zenuwachtig gelachen, koffie en thee uitgedeeld en Van der Meer laat wat van zijn improvisatiekunsten zien. Ook wordt er gecrowdsurft en vertelt Tan een verhaal over een fotografieproject.
Wat ze doen is vaak saai of oninteressant, maar dat doet er helemaal niet toe. Alles wat op een podium gebeurt hoort bij de voorstelling en uiteindelijk kan alles bijzonder zijn om naar te kijken, zo leerden we van Stefano Keizers en nu opnieuw bij Donny Ronny. De vijf kunnen dan ook niets fout doen. Het idee ís de voorstelling. „Wat we hier zien, komt het dichtst in de buurt van een natuurfilm”, zegt Ronny op een gegeven moment enthousiast tegen het publiek. En later: „Onvoorbereid op het podium staan is voor velen een nachtmerrie. We kijken nu naar deze nachtmerrie.”
Bossen is niet zozeer grappig of vermakelijk, maar we leren wel dat het heel lastig is om te bepalen waar de grens tussen echt en nep zich bevindt. Als Ronny op het einde wordt gevraagd of hij tevreden is over de voorstelling blijkt dat hij meer dan tevreden is. „Het gebeurt zelden dat je voordat de voorstelling is geëindigd al het gevoel hebt dat alles erin zit. Ik hou ervan als een voorstelling balanceert tussen comedy en thriller.” Een treffende recensie van eigen werk.