zeg dank
- zeg dank
uit zeg (werkwoord) en dank, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
dankzeggen |
zeg (...) dank
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dankzeggen
- Ik zeg dank.
- gebiedende wijs van dankzeggen
- Zeg dank!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dankzeggen
- Zeg je dank?
- Het woord zeg dank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.