trok omver
- Geluid: trok omver (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtrɔk ɔmˈvɛr / (3 lettergrepen)
- trok om·ver
vervoeging van |
---|
omvertrekken |
trok (…) omver
- enkelvoud verleden tijd van omvertrekken
- Ik trok omver.
- Jij trok omver.
- Hij, zij, het trok omver.
- Ik trok omver.
- Het woord trok omver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.