tijgermoeder
- tij·ger·moe·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijgermoeder | tijgermoeders |
verkleinwoord |
de tijgermoeder v
- vrouwelijke tijger die welpjes gebaard heeft
- ▸ Deze witte tijgermoeder heeft te weinig melk om haar vijf welpjes te voeden. Een Siberische tijgermoeder schoot te hulp.[2]
- (figuurlijk) moeder die heel beschermend is naar haar kinderen
- ▸ Ima, die bij een man vooral graag volwassenheid aantreft. ,,Ik zoek een bepaalde rijpheid die mannen van 25, 30 jaar nog niet hebben. Ik kom ze soms best tegen, maar de ware nog niet. Als ik denk aan de toekomst, dan zie ik mezelf wel als moeder. Als een tijgermoeder, die haar baby beschermt.’’ Lachend, met een denkbeeldige baby in haar armen: ,,Mine! Mine! Nee, je mag hem niet vasthouden![3]
- (figuurlijk) moeder die er alles aan doet om haar kinderen te laten uitblinken zonder zich af te vragen om die kinderen dat ook wel willen
- Het woord tijgermoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ tijgermoeder op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Witte tijgertjes drinken bij Siberische tijgermoeder” (Woensdag 6 juli 2011, 07:30), NOS
- ↑ Weblink bron “Imanuelle Grives slaat van zich af: Ik ben allergisch voor onrecht” (Alexander van Eenennaam 07-04-2017), Tubantia