tegendraads
- Geluid: tegendraads (hulp, bestand)
- IPA: /ˌteɣə(n)ˈdrats/
- te·gen·draads
- samenstellende afleiding van tegen (bijwoord) en draad (zelfstandig naamwoord) met het achtervoegsel -s
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tegendraads | tegendraadser | tegendraadst |
verbogen | tegendraadse | tegendraadsere | tegendraadste |
partitief | tegendraads | tegendraadsers | - |
tegendraads
- tegen de draad, weerspannig
1. tegen de draad, weerspannig
- Het woord tegendraads staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tegendraads" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be