roti
- ro·ti
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roti | roti's |
verkleinwoord | rotietje | rotietjes |
de roti m
- (voeding) Surinaams (Hindoestaans) gerecht van ongerezen brood met kousenband, aardappelen, hardgekookte eieren, groenten en vlees en vooral gekruid met o.a. masala
- (zangvogels) (Suriname) bepaald soort vogel met een oranjebruine borst, Sporophila minuta
- [2] dwergdikbekje
- [1] chapatti
1. Surinaams (Hindoestaans) gerecht van ongerezen brood met kousenband, aardappelen, hardgekookte eieren, groenten en vlees en vooral gekruid met o.a. masala
- Het woord roti staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roti" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "roti" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ roti op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ro·ti
roti