misvallen
- [A] Geluid: mísvallen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɪsfɑlə(n) / (3 lettergrepen)
- [B] Geluid: misvállen (hulp, bestand)
- IPA: / mɪsˈfɑlə(n) / (3 lettergrepen)
- mis·val·len
- [A] samenstelling van mis bw "verkeerd" en vallen ww "neerkomen"
- [B] ww [1], [2]: van Middelnederlands misvallen, op te vatten als samenstelling van mis bw "verkeerd" en vallen ww "bevallen" [1]
- [3]: vervoeging van misvallen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
- zn: misval zn met de uitgang -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
misvallen |
viel mis |
misgevallen |
klasse 7 | volledig | [A] |
[A] mísvallen
- ergatief vallend op de verkeerde plek terechtkomen
- De polsstokhoogspringer was misgevallen en had zich ernstig bezeerd.
- ergatief (figuurlijk) niet slagen, niet aan de verwachtingen voldoen
- ▸ In Wapenbroeders, mijn Reinaert, komt daarvan natuurlijk heel wat kijken. Die is totaal misgevallen. Niemand heeft daar eigenlijk waardering voor gehad.[2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
misvallen |
misviel |
misvallen |
klasse 7 | volledig | [B] |
[B] misvállen
- ergatief geenszins behagen of in de smaak vallen
- ▸ Maar ze zijn me misvallen, de sigaren.[3]
- ergatief (verouderd) een miskraam krijgen
- voltooid deelwoord van misvallen
[B] de mísvallen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord misval
- Het woord misvallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron H.U. Jessurun d'Oliveira“Scheppen riep hij gaat van Au” (1965)
- ↑ Weblink bron Minne, Richard“Heineke Vos en zijn biograaf” (1933), Nijgh & Van Ditmar
- ↑ Weblink bron Casper, Joh. Ludw. e.a.“Praktisch handboek der geregtelijke geneeskunde” (1857), van Bolhuis Hoitsema