loodkleurig
- Geluid: loodkleurig (hulp, bestand)
- lood·kleu·rig
- samenstelling van lood zn en kleurig bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | loodkleurig | loodkleuriger | loodkleurigst |
verbogen | loodkleurige | loodkleurigere | loodkleurigste |
partitief | loodkleurigs | loodkleurigers | - |
loodkleurig [1]
- (kleur) met een blauwgrijze kleur
- ▸ «Kijkt en ziet hoe het gras groeit» zei Levin in zichzelf, toen hij merkte, hoe een vochtig, loodkleurig populierenblad even bewoog tussen de jonge grassprietjes.[2]
- ▸ „Het was een bewolkte, zwoele namiddag; de matrozen hingen lui op het dek rond of staarden wezenloos over het loodkleurige water. Queequeg en ik waren rustig een zogenaamde zwaardmat aan het weven als extra sjorring voor onze sloep. Om ons heen was alles zo stil en gedempt en toch ook vervuld van wat ging komen en in de lucht hing zo’n mijmerachtige betovering dat die zwijgende mannen stuk voor stuk in hun eigen onzichtbare ik leken op te gaan.[3]
- Het woord loodkleurig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron Rudy Ligtenberg“Ondragelijk wit” (16 april 2008), Reformatorisch Dagblad