herkansen
- her·kan·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
herkansen |
herkanste |
herkanst |
zwak -t | volledig |
herkansen [1]
- overgankelijk een examen of test opnieuw afleggen in de hoop van een betere uitkomst
- Het is niet op alle faculteiten aan de RUG mogelijk voor studenten om een voldoende te herkansen.
- Het woord herkansen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "herkansen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be